woensdag 21 januari 2009

Een nieuwe hobby voor Middelmeijer

Een man moet niet stilzitten. Hij kan geen verloren momenten kennen, zijn leven moet tot de nok toe gevuld zijn met bevredigende activiteiten, wil zijn leven per saldo de moeite waard zijn. Hij moet scherp blijven, voor als het gevaar loert. Hij moet voortdurend het beste uit zichzelf halen, zichzelf verbeteren, zodat men van hem zegt, als men hem in het voorbijgaan passeert: 'daar loopt een man die een doel in zijn leven heeft, een man die weet wat hij wil, en hoe hij het gaat krijgen.'

Met deze, en dergelijke bespiegelingen in mijn achterhoofd ben ik de afgelopen tijd op zoek gegaan naar een nieuwe hobby. De leegte die na het laatste leesclub-fiasco optrad in mijn wekelijkse routine werd een paar weken lang opgevuld door samen met Ineke naar The Bold and the Beautiful te kijken, wat me niet in de koude kleren is gaan zitten. Voor het eerst sinds lange tijd voelde ik me waardeloos. Dit gevoel bekroop me niet slechts omdat ik zo veel tijd in gezelschap van de televisie besteedde - ik ben in tegenstelling tot de meeste heren van mijn opleidingsniveau en leeftijd een grote liefhebber van het medium dat televisie heet - nee, dit gevoel bekroop me omdat ik me voor het eerst sinds lange tijd inferieur voelde aan Ineke.

Dat heeft te maken met het volgende: ik ga geregeld naar notariscongressen. Normaliter is het enige prettige aan dergelijke congressen dat onbeperkt voedsel en drank bij de prijs inbegrepen zijn. Om het echter interessanter voor mezelf te maken, neem ik Ineke nogal eens mee. Inmiddels heb ik een flinke kennissenkring in de wereld van het Nederlandse notariaat, en als ik Ineke meeneem naar een congres stel ik haar aan iedereen die ik tegenkom voor. Niet omdat ik graag wil dat ze die mensen ontmoet - de meesten zijn beunhazen - en ook niet omdat zij de mensen graag wil ontmoeten. Nee, ik stel haar aan de mensen voor zodat ze onder de indruk is van mijn vaardigheid in de kunst van het netwerken. Ik geniet ervan om Ineke te laten zien dat mijn sociale leven vele malen interessanter is dan het hare.

De ellende met The Bold and the Beautiful was dat Ineke alle personages erin persoonlijk leek te kennen, en ze als het ware aan mij voorstelde. Ze wist zelfs meer over de personages van deze soap dan ik wist over mijn collega's in het notarisschap. Alle heimelijke buitenechtelijke relaties, alle ruzies, alle levensgeschiedenissen: ze wist het allemaal. De ene keer dat ik een notaris aan Ineke voorstelde met de woorden 'Ineke, mag ik je voorstellen aan Johannes Asselberg, de man die zijn secretaresse heeft bezwangerd en vervolgens haar abortus heeft betaald' kreeg ik een glas wijn in mijn gezicht en een welgemikte schop in mijn edele delen. Ineke kon echter vrijuit praten over alle wederwaardigheden van de mensen op het scherm, zonder daarvoor bestraft te worden. Ik voelde me een nietsnut.

Het idee om een hobby te zoeken begon in mijn hoofd op te spelen, en rond de feestdagen nam ik een besluit: ik word filatelist. Ik ga mijn vrije tijd wijden aan de kleine rechthoekige stukjes papier die men doorgaans op de rechterbovenhoek van enveloppen of ansichtkaarten pleegt te plakken. Voor mijn geestesoog zag ik al een heldhaftige tocht in de noeste wereld van de postzegelverzamelaars, waarin ik uiteindelijk tot grote hoogten zou stijgen; en bewonderd zou worden door het hele land.

Het idee voor deze specifieke hobby kwam niet uit de lucht vallen, noch is het een onberedeneerde keuze. Ik nam het besluit na het zien van de film Zwartboek, die eind december op TV uitgezonden werd. Allicht vond ik de film plat vermaak, vond ik het scenario op verschillende plaatsen tekort schieten, vond ik het allemaal historisch incorrect, etcetera. De reden dat ik de film tot het eind heb uitgekeken is de blondharige nimf met de porseleinblanke huid die de naam Carice van Houten draagt. (Dat wil zeggen, in de loop van het verhaal van Zwartboek wordt ze blondharig. U begrijpt waarop ik doel.)

In de film zit ook een Duitse officier. Een beetje een paffig type, met een bitter slechte muzieksmaak, maar - en hier kom ik tot de kern van het verhaal - hij is filatelist. Van Houten gaat op een goed moment bij de Duitser in kwestie op bezoek in de vooronderstelling dat het een vervelende man zal zijn. De eerste indruk is niet best; het is een, zoals gezegd, een paffig type, en een Duitser bovendien. Maar op het moment dat hij zijn postzegelverzameling te voorschijn haalt, smelt Van Houten als boter voor hem, waarna ze de rest van de film met grote ogen hijgend achter hem aan loopt (bij wijze van spreken natuurlijk, als dat letterlijk de rest van de film zou zijn - Van Houten loopt hijgend achter Duitser aan - had Verhoeven die Oscarnominatie op zijn buik kunnen schrijven).

Het punt is: filatelie erotiseert. De vrouwtjes kunnen geen nee zeggen tegen een man die haar voorstelt zijn postzegelverzameling te komen bekijken. Van het een komt dan allicht het ander, en voor je het weet krijgt 'postzegelverzameling bekijken' een betekenis die voor tien uur 's avonds niet op televisie te zien is. Vrouwen bewonderen mannen die postzegels verzamelt omdat ze ordelijk maar gepassioneerd zijn. Ze hebben waardering voor zowel de kleine zegels als de grote albums. Mijn keuze voor de postzegel is gemotiveerd door verlangen dat ik al jaren koester, een buitenechtelijke affaire te hebben. Bij verschillende gelegenheden heb ik zulks geprobeerd, maar tot nog toe tevergeefs.

Nu gaat dat veranderen. Ik heb al alle kinderpostzegels van de 21e eeuw, dus het kan niet lang meer duren.

donderdag 11 december 2008

Leesclubs

Daar ik een verwoed lezer ben, spreek ik graag met anderen over literatuur. En waar kan dat nou beter dan bij een leesclub? Sinds mijn afstuderen heb ik in mijn leven al aan verschillende leesclubs deelgehad, hoewel ze niet allen even bevredigend waren.

De eerste club waar ik me bijvoegde, was een naamloos genootschap dat zich verdiepte in licht-pornografische lectuur; lectuur die de oortjes weliswaar tot een lichtrode tint deed verschieten, maar die verder tot weinig leidde. Daar heb ik mijn echtgenote ook ontmoet, zij was de gastvrouw van de avonden waarop we over de opgegeven literatuur discussieerden. Er was wijn en er waren pikante boeken, wat ertoe heeft geleid dat Ineke en ik op een zekere avond samen tussen de lakens belandden. Door onvoorzichtigheid en onwetendheid is Ineke toen zwanger geraakt, en zijn we halsoverkop getrouwd. Daarna was ik persona non grata in de boekenclub, die, zo bleek later, voor alle deelnemers slechts een façade was om Ineke te versieren.

Na de geboorte van onze zoon Gert zijn Ineke en ik samen bij een poëzie-club gegaan, die voornamelijk moralistische leerdichten besprak. Na drie bijeenkomsten echter kwamen we erachter dat alle deelnemers protestants waren. Mijn katholieke inborst speelde op, er zijn wat klappen gevallen en Ineke en ik zijn bont en blauw naar huis gegaan. Daarop zwoer zij nooit meer naar een boekenclub te gaan.

Dat gaf mij vrij baan om naar de club van mijn dromen te gaan: de bouquetroman-club. Dit lijkt misschien ver beneden mijn stand, maar was dat allerminst. Ik heb me bij dat genoodschap aangesloten met een dubbele agenda: dergelijke clubs staan er bij kenners om bekend dat ze uitsluitend uit eenzame huisvrouwen bestaan. Met de intentie om een buitenechtelijk avontuurtje te beleven ging ik daarheen, twee weken later had ik een aanklacht voor aanranding aan mijn broek hangen. In de rechtszaal heeft mijn charisma uiteindelijk de doorslag gegeven, en ben ik vrijgesproken. Het behoeft geen uitleg dat dat een éénmalig experiment was.

Daarna ben ik op zoek gegaan naar een genootschap waar ik me niet na enkele weken uit de voeten zou hoeven maken. De vorige fiasco's hadden allemaal te maken met protestanten en vrouwen, dus ik ben bij de plaatselijke katholieke kerk eens gaan peilen of er misschien interesse was voor een katholieke herenleesclub. En waarempel: zo'n club bestond al. Het te lezen werk besloeg de laat-twintigste-eeuwse Nederlandse literatuur, wat toevallig mijn specialiteit is. Vier jaar lang wist ik boeiende anekdotes over de gelezen schrijvers te vertellen, totdat de afgunst om mijn grote kennis bij de rest van het clubje tot het kookpunt steeg, en ik daar met harde hand weggewerkt ben.

Nu ben ik weer leesclubloos. En ik kan u wel vertellen: dat valt mij zwaar. leesclubs zijn als het notarisschap: het is niet iets wat je zomaar doet, het wordt een deel van je. Als dat wegvalt, laat het een zwart gat achter in je leven. Ineke zegt dat ik een nieuwe hobby moet zoeken, dat leesclubs alleen nog maar tot ellende hebben geleid. Ik blijf echter stug zoeken naar een nieuwe leesclub om mijn intellectuele passie tot bedaren te brengen.

donderdag 23 oktober 2008

Uit het dagboek van Fransiscus Middelmeijer, week 42

Maandag.

's Morgens de kruiswoordpuzzel van de Volkskrant ingevuld. Ineke wou de sudoku nog maken voordat ze naar het werk ging, ik was diplomatiek en scherpzinnig en scheurde de sudoku voor haar uit. Daarna eindeloos geklaag dat ik een stuk uit de pagina waarop de tv-gids staat had gescheurd, en hoe we nu moeten weten wat er op tv is. Ik heb terstond mijn boterhammetjes gesmeerd en ben naar het werk gegaan, zonder gedag te zeggen.

Op kantoor de post geopend. Een aantal contracten, wat rekeningen, en één ongeadresseerde envelop, bevattende een brief met de tekst 'middelmeier kankerleier'. De aanvankelijke schok van de brutaliteit maakte al snel plaats voor leedvermaak jegens de schrijver van het epistel. Wie het presteert om in een stuk van twee woorden twee spelfouten te maken is gedoemd te falen in deze maatschappij.

De rest van de dag contracten opgesteld. Tijdens de lunch genegeerd door secretaresse Conny (ze is boos omdat ik haar koffiemok twee weken geleden gebroken heb).

's Avonds een warm welkom, Ineke had biefstuk gebakken. Geen woord over onze aanvaring 's ochtends.


Dinsdag.

Ineke ziek, tijdens de lunch fruit voor haar gekocht. Contract opgesteld voor een bedrijfsovername. Conny heeft bekend het briefje 'middelmeier kankerleier' geschreven te hebben. Hartelijk gelachen met de jongens op kantoor om Conny's onkunde met betrekking tot de Nederlandse taal. Conny huilend naar de wc gegaan, de rest van de dag niet meer teruggezien. Aan het einde van de dag een evaluatiegesprek met meneer de directeur. Conclusie: hij is 'niet ontevreden' over mij, maar als ik niet meer collegialiteit toon kan ik - en ik citeer - "naar die opslag fluiten".
Ineke zat thuis naar the bold and the beautiful te kijken, dus ik heb maar een patatje gehaald op de hoek. Op de weg daarheen door hangjongeren uitgescholden, op de weg terug door diezelfde hangjongeren bekogeld met bierblikjes.

Woensdag.

Ineke nog steeds ziek. Zegt dat ze huisdieren wil. Antwoord is nee, zei ik, waarop ze de krant van me afpakte en sudoku's begon te maken. Onderweg naar het werk een bosje bloemen voor Conny gekocht, in het kader van de collegialiteit. Ze was er blij mee. Conny gevraagd of ze in mijn archief kon zoeken naar de papieren van de echtscheiding van Gerrit en Joke Gelissen. Advies om mijn archief te 'digitaliseren' van de hand gewezen.
's Avonds boekenclub. Grunberg gelezen. Ik wist het een en ander te vertellen over het privé-leven van deheer Grunberg, waarop Henk woedend werd. Hij zei - en ik citeer - hij zei: "kan je nou niet één keer je arrogante betweterige smoel houden, blaaskaak?". Het antwoord was allicht nee, waarna de gemoederen zo hoog opliepen dat mijn gewichtige gebonden uitgave van de Joodse Messias dienst deed als slagwapen. Joop probeerde tussenbeide te komen, waarop ik hem een hoofdwond heb bezorgd. Denk dat ik maar een ander boekenclubje moet zoeken.

Donderdag.

Vandaag hectiek alom. Tijdens het ontbijt kwamen Joop en Henk langs, allebei dronken. Eerst hebben ze Ineke in een veelzijdig scala aan bewoordingen voor dame van lichte zeden uitgemaakt, waarna ze mij ervan betichtten een veelzijdig scala aan ziektes te hebben en een veelzijdig scala aan dieren te zijn. Ik ontkende alles. Daarna hebben ze de voortuin gesloopt en een plantenbak door de voorruit gegooid. Ineke huilen, is naar haar moeder gegaan.
Op het kantoor grote drukte. Mijn collegialiteit nog eens naar voren gebracht door met de lunch croissantjes voor het hele kantoor te halen. Conny boos omdat zij straks de kruimels moest opruimen. Ik heb me in moeten houden om haar hoofd niet met de deur van een archiefkast te bewerken. Dankzij mijn grote wilskracht is er geen onvertogen woord gevallen.
's Avonds op de televisie een obscene jongerenfilm gekeken, daarna in oude kranten gezocht naar advertenties voor boekenclubjes. Niets gevonden.

Vrijdag.

Tijdens het ontbijt Ineke's moeder gebeld. Een weinig aangenaam gesprek, waarvan de strekking was dat ik een onbekwame echtgenoot zou zijn, dat Ineke beter verdient, dat ik eens bij mezelf te rade moet gaan. Allemaal onzin. Daarna naar kantoor gebeld om me ziek te melden. Ik had betere dingen te doen dan contracten tekenen.
De rest van de dag in Artis doorgebracht. Enige dieren daar, al vielen de leeuwen weer eens tegen. Na sluitingstijd bij de febo wat te eten gehaald.

maandag 20 oktober 2008

De eeuwige vrijdagmiddag

Welkom, geachte lezer, op deze bescheiden 'blog'. Het behaagt mij u te mogen laten delen in de vreugde die ik dagelijks put uit de beslommeringen die met regelmaat tijdens mijn werkzaamheden in het notariaat mijn pad kruisen. Nu denkt u misschien - en terecht, want eerlijk is eerlijk: zo'n beschrijving van een blog wekt bij de lezer bepaald geen behoefte om verder te lezen - nu denkt u misschien dat de beslommeringen van een notaris de moeite niet waard zijn. Zo u dat denkt - nogmaals, gezien het voorafgaande niet onterecht, maar leest u toch vooral verder - verzoek ik u uw mening te herzien.

Het opstellen van contracten is een manier van leven. Het bepaalt hoe je 's morgens je bed uitkomt, hoe je je aankleedt, hoe je je ontbijt eet, hoe je de krant leest, al die dingen. Een notaris ben je niet van negen tot vijf, dat ben je vanaf de dag van je geboorte tot je laatste ademtocht. Ikzelf ben altijd al een notaris geweest. Toen ik mijn eerste stapjes zette zei mijn vader, een fabrieksarbeider, goedkeurend: 'die jongen loopt als een notaris'. Ik had een handtekening voordat ik ook maar een letter kon schrijven. Zodra ik echter had leren schrijven, was er geen houden meer aan. Iedere afspraak die ik maakte moest in tweevoud op papier gezet worden, toen ik acht jaar oud was had ik al een archief aan contracten waar menig ambtenaar jaloers op zou zijn.

Ik zie de notaris graag als moderne superheld. In deze hoogtechnologische samenleving geldt het adagium 'voorkomen is beter dan genezen' meer dan ooit, en wel op alle vlakken van het leven, of het nu gaat om ziektes, interpersoonlijke conflicten of het opruimen van huisvuil. Welnu, de taak van de 'superheld' is om het grote kwaad met geweld te bestrijden - om het, zo u wil, te 'genezen'. De taak van de notaris is echter om het kwaad te voorkomen. Het contract is een heilige overeenkomst, heiliger dan het huwelijk (want is het huwelijk meer dan een contract?). Wanneer het contract eenmaal getekend is, is er geen weg meer terug. Het contract dwingt beide partijen zich aan de gemaakte overeenkomst te houden; de vergoeding voor het verbreken ervan is slechts van symbolische aard, aangezien contracten niet verbroken kunnen worden. Juridisch gezien kan een contract dan wel verbroken worden, als er eenmaal is getekend is er getekend, en is er geen enkele manier om dat tekenen ongedaan te maken. De afspraken die in een contract staan mogen dan wel formeel verbroken worden, inhoudelijk blijven ze staan. Verscheurde contracten zijn nog steeds contracten. Verbroken afspraken zijn nog steeds afspraken. Middels contracten krijgt eenieder zijn toegewezen plaats in de hiërarchie die eigen is aan onze maatschappij.

De taak van de notaris is om de juiste contracten op te stellen; niet zozeer contracten waar men niet omheen kan, maar contracten waar men niet omheen zou willen, zelfs als men zou kunnen. Een goede notaris is een rechter, hij oordeelt over rechtvaardigheid. Het breken van een contract is een onrechtvaardige daad, het tekenen van een contract is het creëren van een rechtvaardige situatie. Het contract wordt altijd door beide partijen ondertekend. Dit kan ik niet genoeg benadrukken. Beide partijen kiezen er in hun beider voordeel voor om de in het contract vastgestelde afspraak aan te gaan, met alle verplichtingen van dien. Maar het dwingende contract, het schriftelijk vastgelegde, het ondertekende, het onveranderlijke contract maakt dat beide partijen hun plaats kennen. Ze hebben die plaats zelf aanvaard op het moment dat het contract getekend werd.

Het contract is de enige juiste vorm van rechtvaardigheid. Wij zijn slechts menselijk, wij zijn niet bevoegd om voor anderen te oordelen over wat goed is en wat niet. Maar wij zijn allen even menselijk, en iedereen is voor zichzelf bevoegd om te oordelen wat goed voor hemzelf is. Zodra een dergelijk oordeel betrekking heeft op anderen, dient het met wederzijdse instemming contractueel vastgelegd te worden, zodat er tussen de twee partijen sprake is van rechtvaardigheid. Als deze tweeplaatsige rechtvaardigheid bij iedere afspraak tussen ieder paar mensen contractueel vastgelegd wordt, vormt het geheel van contracten een web dat de hele samenleving omspant. Dat web zou de uiteindelijke universele rechtvaardigheid zijn.

Het zou overigens al te makkelijk zijn om de notaris binnen deze vergelijking af te schilderen als de spin in het web, die allen opeet. Ik zie de notaris liever als een hemelse wever, die met het fijnste wol dit prachtige web weeft.

Al deze woorden drukken nauwelijks uit wat een notaris in feite voelt als hij met zijn werk bezig is. Daarvoor zal ik mij verstouten en een uitstapje naar het poëtische maken. Het gevoel van de vrijdagmiddag, wanneer het werk er bijna op zit en de oase van het weekend voor je ligt - het weekend, dat ik zelf besteed aan het invullen van kruiswoordpuzzels met mijn wederhelft, maar dat terzijde - dat gevoel van die vrijdagmiddag, dat is hoe een notaris zich constant voelt. Hij is bij iedere stap die hij maakt slechts één stap verwijderd van het laatste contract, dat alles op zijn plaats zal zetten en de wereldorde compleet zou maken. Het leven van een notaris is een eeuwige vrijdagmiddag.

Was getekend,

Fransiscus Middelmeijer
notaris te Amsterdam